Portretten van het echtpaar Jan Kets (Hoog-Keppel 1795 - Arnhem 1874) en Johanna Velders (Deventer 1795 – Arnhem 1867), ca. 1860

Een stel portretten, voorstellend het echtpaar Jan Kets (Hoog-Keppel 1795 - Arnhem 1874) en Johanna Velders (Deventer 1795 – Arnhem 1867), grootmoeder van moederszijde van Anna Helena Maria Beindorff (Arnhem 1862 – ’s-Gravenhage 1956). Aquarel op papier, in ovale messing lijsten achter glas (28 x 24 cm). Niet gesigneerd, met achterop een van de lijsten de annotatie: 'Grootmoeder van Anna Beindorff - Arnhem - overleden 1867’’. Datering ca. 1850/60. Prijs samen € 300.-

Nadere informatie over de geportretteerden en hun nakomelingen (Met dank aan Ir.W.H. Beindorff):

[Joh]anna Helena Maria Beindorff was de enige dochter van Hendrik Willem Frederik Beindorff (Amsterdam 1833 – ’s-Gravenhage 1916) en Alberdina Johanna Kets (Arnhem 1837 – Arnhem 1862), die vijf dagen na de geboorte van Johanna Helena Maria in het kraambed overleed. Alberdina Johanna was een dochter van Jan Kets en Johanna Velders. Deze Johanna Helena Maria is de enige die in aanmerking komt om de Anna Beindorff te zijn die een relatie heeft met Arnhem en ook met het geslacht Kets. Haar grootmoeder van vaderszijde, Helena Maria Pols, overleed al in 1859 en woonde haar hele leven in Amsterdam. Haar jongere halfzus Alberdina Johanna is weliswaar duidelijk naar Alberdina Johanna Kets vernoemd maar zij was een dochter van Hendrik’s tweede vrouw Christina Elisabeth Rijnten en had de roepnaam Bertha. (Zij trok later haar zussen en zwager achterna naar Zuid-Afrika). De gegevens van Johanna Helena Maria en de verbindingen met haar voor- en nageslacht zijn op de Beindorff-website te zien op de pagina:

https://www.genealogieonline.nl/genealogie_beindorff_been_et_al/I661.php

Cornelis Johannes (Boet) Beindorff en Anna Beindorff-Beindorff woonden in Zuid-Afrika in de toen pas nieuwe plaats Bethlehem in Oranje-Vrijstaat, waar Boet als timmerman-aannemer waarschijnlijk veel gebouwd heeft en waar hij ook burgemeester was. Er is daar ook nu nog een Beindorff Street. In 1900 werd Bethlehem door de Engelsen veroverd en werd het gezin gevangengenomen en in een concentratiekamp opgesloten. De twee kinderen die zij toen hadden zijn in dat kamp overleden. Het zou kunnen zijn dat hun inboedel in Bethlehem daarmee in handen van de Engelsen kwam en dat ook deze portretten daarvan deel uitmaakten. Na afloop van de oorlog zijn ze in 1902 teruggekomen naar Nederland, waar ze zich in Den Haag vestigden en hij een fabriek van isolatiestoffen en ketelbekledingen begon. Han Jr. (1902-1970) en Boet Jr. (1903-1971). Boet Jr. is ongehuwd gebleven maar Han Jr. trouwde wel en kreeg een dochter en een zoon, achterachterkleinkinderen van Johanna Velders dus.