Penning op de invoering van het haardstedegeld in Leiden, 1666
Penning op de invoering van het haardstedegeld (een belastingheffing op stookplaatsen) in Leiden, 1666. Vz: een alchemist of affineur, gezeten op een stoel en zich warmend bij een open haard, met aan zijn voeten een kat en naast hem een distilleerkolf en een retort. Omschrift: ‘OPERAE, PRO ARIS ET FOCIS PRAESTITAE, REDHOSTIMENTVM’ (vertaald: gelijkwaardige vergelding van de arbeid voor de godsdienst en het vaderland gedaan) met tussen deze tekst vier wapenschilden van de Leidse burgemeesters Willem Paedts, Johan Meerman, Remeus van Zanen en Paulus van Swanenburch van Tetrode. In de afsnede de initialen A.S. van de medailleur Arend Smeltzing. Kz: Gekroond Leids wapenschild, gedragen door engelen, waaronder het jaartal 1666 en het opschrift: ‘Wt roock de grootste ydelheyt / De Alchymist geen loot kan trecken / Maer yver en gehoorsaemheyt / doet roock tot gout en silver strecke / Daer yder aenspant met den raedt / Is roock een goutmyn voor / den staedt’, waaronder een stadsgezicht van Leiden. Omschrift: ‘ARGENTVM EX FVMO, NON ARS SED OBSEQVIVM FECIT’ (vertaald: niet de kunst maar de gehoorzaamheid heeft van de rook geld gemaakt). Messing, gegoten, 55 mm - (v.Loon 538) – (Verkocht)
Beschikbaarheid | Verkocht |
---|