Serie Chine de Commande borden met spiegelmonogrammen van een Amsterdams echtpaar, ca. 1750 (met expertise van Dr. Jochem Kroes)
Een serie van zes Chine de Commande borden, gedecoreerd in het famille rose palet met de spiegelmonogrammen van Jacob Tullius en Catharina van Laar, onder een door engelen gehouden kroon. Datering ca. 1750. Doorsnee 23 cm. (Verkocht)
A rare set of six Chinese export porcelain plates, painted in the famille rose palette with mirror monograms of a Dutch couple, c. 1750
Verslag over deze borden en hun decoratie door Dr. Jochem Kroes, auteur van het standaardwerk Chinese Armorial Porcelain for the Dutch Market en als genealoog verbonden aan het Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag:
De monogrammen op deze borden laten de letters JT (links) en CvL (rechts) zien, toebehorend aan een echtpaar. Vrijwel zeker zijn ze via de VOC in Canton, China besteld ter gelegenheid van een huwelijk of een verjaardag daarvan. Het decoratiepatroon heeft een Europees karakter en was populair in de jaren 1750 en 1760.
De initialen op de borden komen overeen met die van het echtpaar Jacob Tullius (1714 of ca 1723-1790) en Catharina van Laar (ca 1731-1767), die op 22 juni 1753 te Amsterdam in ondertrouw gingen. Jacob was toen dertig jaar volgens het ondertrouwregister, maar meer waarschijnlijk was hij tien jaar ouder. Hij woonde op de Nieuwendijk en zijn moeder Heijla Penning was niet aanwezig als getuige, maar zij had per notarieel contract wel haar toestemming gegeven. Catharina was 22 jaar, woonde toen op de Nieuwe Zijds Achterburgwal en haar vader Johannes van Laar was haar getuige.
De familie Tullius kwam uit Midden-Duitsland, t.w. uit Nordhausen (Thüringen) en Leipzig (Saksen). Jacob's vader Hans Jurgen of Jurriaan Tullius vestigde zich kort voor 1702 in de Kalverstraat, later Haarlemmerdijk en vervolgens aan de Nieuwendijk. Hij en zijn familie waren luthers. Zijn neef Jan Hendrik Tullius (ca 1659-1730) had zich al voor 1692 in Amsterdam gevestigd en woonde bij zijn eerste huwelijk in 1692 op de Herengracht. Zijn vrouw woonde op de Prinsengracht.
De familie Van Laar heeft waarschijnlijk ook een oostelijke herkomst, of Oost-Nederland of Duitsland. Er trouwde in 1740 te Amsterdam een Johannes van Laar, die misschien dezelfde is als de vader van Catharina. Deze Johannes huwde als weduwnaar met Elisabeth Tullius, weduwe van Claas Hasselhoorn, opnieuw een verbintenis tussen beide families.
Johannes kwam van Vaasen (Vaassen, Gld) en woonde op het Molenpad tussen Keizers- en Prinsengracht. Bij de doop van hun dochter Heijltje in 1744 waren de ouders van Jacob Tullius getuigen. Mogelijk is deze Johannes dezelfde als Joh. van Laer, die in 1742 een katoenwinkel op de Nieuwendijk had (in de buurt van de familie Tullius dus). Zijn huis had een huurwaarde van fl. 600, hij had een dienstbode, werd een 'halve kapitalist' genoemd en zijn jaarlijkse inkomen werd op fl. 1.500 geschat, hetgeen op aanzienlijke welstand duidt.
Het echtpaar Tullius-Van Laar kreeg tussen 1755 en 1761 vier kinderen, van wie de oudste twee Odilia (1755-1811) en Johan George (1758-1826) volwassen werden. Het gezin bleef aan de Nieuwendijk wonen, waar hun vader een spiegelwinkel had, althans in 1767. In een spiegelwinkel werd tevens glas, verf, lijsten enz. verkocht en mogelijk ook porselein en aardewerk. Wellicht werd er ook bemiddeld in opdrachtstukken, zoals Chinees porselein.
Directe relaties van de familie Tullius met de VOC en Azië zijn niet achterhaalbaar. Wel zijn er enkele Van Laar's die bij de VOC in dienst zijn geweest, maar het is niet bekend of en in hoeverre zij verwant zijn aan Catharina van Laar. Een voorbeeld is Barent Melchersz van Laar, die in 1752 te Amsterdam trouwde met Sara Christina Houbrake. Hij was vanaf 1775 tot 1790 matroos in de Kaapkolonie. Een ander is Dirk Willem van Laar (1726-1754), die in 1753 in Amsterdam met Anna de Paap huwde. Hij was vanaf 1744 in dienst bij de VOC, eerst als soldaat, maar vanaf 1753 als schieman (een onderofficier die verantwoordelijk was voor het tuig- en touwwerk van het schip). Zijn dochter Catharina werd in 1754 in de Lutherse Kerk van Amsterdam gedoopt. Dirk Willem zelf stierf in Azië op 5 juli 1756. Maar hij kan als schieman wel een rol hebben gespeeld bij de bestelling van de gemonogrammeerde borden in de jaren 1753 en daarna.
Beschikbaarheid | Verkocht |
---|