Beloningsmedaille van Willem III, op naam van de medicus W.G. ten Houte de Lange, Alkmaar, 1870
Reward medal of King Willem III to a Dutch medical doctor, 1870
Beloningsmedaille, verleend door Koning Willem III en op naam gesteld van W.G. ten Houte de lange, Alkmaar 1870. Vz: rechtsgewend portret van Willem III; omschrift: 'Willem III Koning der Ned. G.H.V.L.'. Kz: Binnen een lauwerkrans het opschrift: 'Aan W.G. ten Houte de Lange te Alkmaar / den ijverigen klinischen leeraar / den bevorderaar der volksgezondheid / den getrouwen arts gedurende 50 jaren / van wege den koning 12 october 1870'. Brons, 50 mm. (Verkocht)
Voor de biografische gegevens van W.G. ten Houte de Lange zie: P.J. Blok, P.C. Molhuysen, Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2 (1912):
LANGE (Willem Geldolph ten Houte de), geb. te Alkmaar 15 Nov. 1799, overl. aldaar 27 Febr. 1882 was de zoon van Michiel Johan de Lange en Fusina Maria Blom. Hij genoot zijne opleiding te Amsterdam, waar hij 12 Oct. 1820 toegelaten werd als heel- en vroedmeester. In hetzelfde jaar werd hij te Alkmaar, waar hij zich gevestigd had, benoemd tot stadsverloskundige. 12 Mei 1825 huwde hij aldaar met Sara de Leeuw, welke op 14 Dec. 1886 overleed. In 1844 werd hij benoemd tot lid van de plaatselijke geneeskundige commissie. Bij beschikking van den min. v. binnenl. zaken aangesteld tot lector in de heel- en verloskunde aan de klinische school te Alkmaar, aanvaardde hij korten tijd daarna deze betrekking met eene redevoering waarin hij uitsprak, ‘dat liefde voor de kunst en ingenomenheid met de wetenschap onmisbare vereischten zijn ter rigtige oefening derzelve.’ Deze rede werd niet gedrukt. Bij de opheffing der school op 1 Nov. 1865 kreeg hij zijn eervol ontslag. Hij had een goeden naam als verloskundige en breukenoperateur. Meer dan 100 personen had hij met goed gevolg geopereerd en op 30 Dec. 1867 gaf hij een feest, waarop 4 mannen en 4 vrouwen kwamen, welke hij in de laatste 10 voorafgaande maanden door de operatie had geholpen. Hoezeer zijne verdiensten erkend werden, blijkt uit de schenking door Koning Willem III van een medaille, op 12 Oct. 1870, toen hij gedurende 50 jaar de praktijk had uitgeoefend. Hij was een beoefenaar van de sterrekunde en had ook de kunst lief, terwijl hij teekende en een goed vers kon maken. Hij schreef: Wetenschappelijke bedenkingen tegen de brochure van A.H. Gouwe en M. Lusink, benevens opmerkingen de gerecht. geneeskunde betreffende (Alkmaar 1842).
Beschikbaarheid | Verkocht |
---|