Gedichten van P.H.A.J. Strick van Linschoten – Vrijheer van Heekendorp. Te Amsteldam, bij P.J.Uylenbroek, 1808.

Gedichten van P.H.A.J. Strick van Linschoten – Vrijheer van Heekendorp. Te Amsterdam, bij P.J.Uylenbroek, MDCCCVII (1808). Met gegraveerd titelblad. 334 pagina’s, in harde band met gestempelde leren rug. Afmeting 224 x 150 x 40 cm. (Verkocht)

Paul Strick van Linschoten, lid van de Utrechtse familie Strick van Linschoten, was in 1796 lid van de eerste nationale vergadering en vervolgens gezant van de Bataafse Republiek aan het hof van Württemberg. Na zijn terugroeping leefde hij ambteloos op zijn landgoed Linschoten en bracht hij zijn dagen met letteroefeningen door. In 1807 werd hij door koning Frederik Willem III van Pruisen tot kamerheer benoemd, waarop hij naar Berlijn vertrok. Vervolgens bleef hij op verschillende plaatsen in Duitsland wonen. Hij stierf op 25 juli 1819 in Bologna tijdens een grand tour door Italië.

Gedichten bevat behalve ‘Nederduitsche’ ook ‘Deutsche Gedichte’. De Gedichten geven een interessant beeld van een indvidualist over wie vrij weinig bekend is. Opgenomen is o.a. zijn gedicht Aan God, dat eindigt met de regel: ‘Ook ik, ik zing U, GOD! maar ik begrijp U niet.’ In een van zijn andere gedichten bezingt hij de lof van de aardappel, maar ook zijn Woltemade-gedicht (38 strofen van zes regels) is indrukwekkend.